Footgolfregels


Officiële wedstrijden worden gespeeld volgens de regels van de wereldbond, de FIFG. Deze zijn dus altijd leidend en in te zien via de volgende link: http://www.fifg.org/rules.html

De regels kunnen per wedstrijd/toernooi worden vervangen of aangevuld door "local rules". Deze worden door de organisatie via hun gebruikelijke kanalen bekend gemaakt.

Hieronder hebben wij een aantal belangrijke regels uitgelicht maar let wel, regels worden regelmatig gewijzigd dus alles hieronder onder voorbehoud.

Iedereen die meedoet wordt geacht voldoende kennis van de regels te hebben. Dit geldt ook voor de "local rules".


1. De aftrap

Doe uw aftrap tussen en dus niet vóór de teemerken. Achter de tee is wel toegestaan, tot twee stappen achter de voorkant van de teemerken. Als u uw aftrap buiten dit gebied doet, kost dit u twee straftrappen en moet u de fout herstellen door opnieuw af te trappen, ditmaal binnen het juiste gebied.

2. De bal spelen

Als u denkt dat een bal van u is, maar u kunt het merkteken niet zien, mag u met toestemming van uw tegenstander of de scheidsrechter de bal merken en opnemen om hem te identificeren. Hierna legt u de bal op precies dezelfde plek weer terug.

Speel de bal zoals hij ligt. U mag de ligging ervan, het gebied van uw voorgenomen stand of trap, of uw speellijn niet verbeteren door iets wat vast zit of groeit te verplaatsen, te verbuigen of te breken anders dan door uw stand correct in te nemen of om een trap te maken.

U moet de bal spelen met uw voet.

Als u een verkeerde bal trapt krijgt u twee straftrappen en u moet daarna de fout herstellen en de juiste bal trappen. Ook de verkeerd getrapte bal moet teruggelegd worden op een locatie zo dicht mogelijk bij de originele ligging. 

3. Op de green

Op de green of binnen 3 meter van de hole moet u uw bal merken, opnemen; plaats hem altijd precies op dezelfde plek terug.

4. Stilliggende bal bewogen

Wanneer u uw bal beweegt of wegrolt nadat hij 10 seconde heeft stil gelegen dan moet hij altijd terug naar de plek waar hij lag zonder straf. opneemt wanneer dat niet mag, kost dat u een straftrap. 

5. Onspeelbare bal

Als uw bal in een waterhindernis ligt, geldt de ‘Regel voor onspeelbare bal’ niet en moet u de ‘Regel waterhindernissen’ toepassen om hem te ontwijken. Verder mag u overal op de baan - als u denkt dat uw bal onspeelbaar is – ten koste van een straftrap: • een bal spelen vanaf de plek waar u het laatst gespeeld heeft, of • een bal droppen zover als u wilt achter het punt waar de bal lag waarbij u de hole, het punt waar de bal lag en de plek waar de bal wordt gedropt op een rechte lijn moet houden, of • een bal droppen binnen zeven voetlengtes van de plek waar de bal ligt, niet dichter bij de hole.

6. Waterhindernissen

Als uw bal in een waterhindernis ligt (gele palen en/of lijnen) mag u met een straftrap: • een bal spelen vanwaar u de bal in het water trapte, of • droppen zover als u wilt achter de waterhindernis waarbij u de hole, het punt waar de bal het laatst de grens van de waterhindernis heeft gekruist en de plek waar de bal wordt gedropt op een rechte lijn moet houden.

Als uw bal in een laterale waterhindernis ligt (rode palen en/of lijnen) mag u, naast de mogelijkheden voor een bal in een waterhindernis (zie boven), met een straftrap binnen zeven voetlengtes droppen van, en niet dichter bij de hole dan: • het punt waar de bal het laatst de grens van de hindernis heeft gekruist, of • een punt aan de overzijde van de hindernis, even ver verwijderd van de hole als het punt waar de bal het laatst de grens van de hindernis heeft gekruist.

7. Opnemen, droppen en plaatsen

Wanneer de bal wordt opgenomen om hem te droppen of op een andere plek te plaatsen (b.v. droppen binnen zeven voetlengtes volgens de regel 'Onspeelbare bal'), is het niet verplicht om de ligplaats te merken, al wordt het aangeraden dit wel te doen.

Sta bij het droppen rechtop, houdt de bal met gestrekte arm op schouderhoogte en laat hem vallen.

Een gedropte bal moet opnieuw gedropt worden als: • hij terugrolt in een ligplaats waar de belemmering niet zonder straf ontweken wordt, of • als hij meer dan zeven voetlengtes van de plek waar hij gedropt is tot stilstand komt, of • als hij tot stilstand komt dichter bij de hole dan de oorspronkelijke ligplaats

Als een bal die voor de tweede keer is gedropt in een van deze ligplaatsen rolt, moet de bal geplaatst worden op de plek waar de opnieuw gedropte bal het eerst de grond raakte.

8. Bal helpt of hindert spel

U mag iedere bal laten opnemen die uw spel zou kunnen hinderen. Een bal die wegens helpen of hinderen is opgenomen, mag niet worden schoongemaakt, tenzij hij op de green is opgenomen.

9. Losse natuurlijke voorwerpen

U mag een los natuurlijk voorwerp bewegen (d.w.z. losse natuurlijke objecten als kiezels, losliggende bladeren, takjes). Als uw bal verrolt doordat u een los natuurlijk voorwerp weghaalt, moet de bal worden teruggeplaatst. U krijgt dan wel een straftrap.

10. Losse obstakels

Losse onnatuurlijke voorwerpen (d.w.z. losse objecten als harken, blikjes, etc.) mogen overal zonder straf worden weggenomen. Als de bal daardoor beweegt, moet hij zonder straf worden teruggeplaatst. Als de bal op een obstakel ligt, mag de bal worden opgenomen, het obstakel weggenomen en de bal worden gedropt, recht op de plaats waar de bal op het obstakel lag. Dit is niet het geval op de green, waar de bal mag worden geplaatst op die plek.

11. Vaste obstakels en abnormale terreinomstandigheden

Een vast obstakel is een vast kunstmatig object zoals een gebouw of een kunstmatig verharde weg. Een abnormale terreinomstandigheid is tijdelijk water, grond in bewerking of een gat, hoop of spoor gemaakt door een gravend dier, een reptiel of een vogel. Vaste obstakels en abnormale terreinomstandigheden mogen zonder straf worden ontweken wanneer zij de ligging van de bal of uw trap belemmeren, behalve wanneer de bal in een waterhindernis ligt. U mag de bal opnemen en droppen binnen zeven voetlengtes van het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, maar niet dichter bij de hole. Als de bal op de green ligt moet hij op het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering worden geplaatst. Als het obstakel op uw speellijn is, maar niet uw trap belemmert, mag u de belemmering niet ontwijken, tenzij zowel uw bal als de belemmering zich op de green bevindt.

12. Bal verloren of buiten de baan

Als uw bal verloren is buiten een waterhindernis of buiten de baan (aangegeven door de witte paaltjes) moet u met een straftrap een andere bal spelen van de plek waar u het laatst gespeeld heeft. U krijgt 5 minuten om naar de bal te zoeken waarna de bal verloren is als hij niet is gevonden of geïdentificeerd.


Etiquette

Bij FootGolf zijn niet alleen de spelregels belangrijk. Minstens zo belangrijk is een zekere etiquette. Hieronder treft u enkele belangrijke omgangsregels aan.

Dit deel geeft richtlijnen voor de manier waarop het FootGolf gespeeld behoort te worden, opdat iedere speler ten volle van het spelen kan genieten. Het voornaamste uitgangspunt is dat altijd rekening wordt gehouden met andere spelers op de baan. De geest van het spel ofwel “The Spirit of the Game”.

FootGolf wordt niet altijd met een scheidsrechter gespeeld. Het spel is gebaseerd op de integriteit van de speler die rekening houdt met andere spelers en volgens de Regels speelt. Iedere speler, hoe gedreven ook, behoort zich onder alle omstandigheden beheerst, hoffelijk en sportief te gedragen. Dat is de geest van FootGolf.

A. Veiligheid

Spelers moeten erop letten dat bij hun trap niemand kan worden geraakt door de bal, of door opvliegende stenen, grint, takken en dergelijke. Spelers mogen pas trappen als de spelers vóór hen buiten bereik zijn.

Spelers behoren altijd het baanpersoneel dat binnen bereikbare afstand werkt, te waarschuwen als zij bij de komende trap gevaar zouden kunnen lopen. Trapt de speler een bal in een richting die gevaar kan opleveren voor anderen, dan behoort hij onmiddellijk een waarschuwing te schreeuwen. De traditionele roep in deze situaties is: “Fore”.

B. Rekening houden met andere spelers

Niet storen of afleiden Spelers behoren altijd rekening te houden met andere spelers op de baan en hen bij hun spel niet te storen door te bewegen, te praten of onnodige geluiden te maken.

Spelers behoren er voor te zorgen dat elektronische apparaten die zij bij zich hebben op de baan andere spelers niet afleiden. Een speler behoort zijn bal niet op de aftrapplaats neer te leggen voordat het zijn beurt is af te trappen. Spelers horen niet vlak bij of recht achter de bal te staan, of recht achter de hole, wanneer een speler wil gaan trappen schieten.

Op de green Spelers behoren op de green niet op de puttinglijn van een andere speler te gaan staan en geen schaduw te veroorzaken op zijn puttinglijn terwijl hij putt. Spelers behoren op of bij de green te blijven totdat alle spelers van de groep hebben uitgeholed.

Speeltempo Spelers behoren in een vlot tempo te spelen. Het is de verantwoordelijkheid van een groep spelers om aansluiting te houden met de groep voor hen. Indien zij een volledige hole afstand verliezen en de groep achter hen ophouden behoren zij die groep door te laten, ongeacht het aantal spelers in die groep. Als het duidelijk is dat de achteropkomende groep sneller kan spelen, behoort een groep die geen hole afstand heeft verloren die groep door te laten.

Klaar staan om te spelen Spelers behoren klaar te staan om te spelen zodra het hun beurt is om te spelen. Bij het spel op en rond de green behoren zij hun tassen en karren zo neer te zetten dat zij snel van de green naar de volgende aftrap kunnen gaan. Wanneer een hole is uitgespeeld behoren de spelers de green onmiddellijk te verlaten.

Bal zoek Spelers die naar een bal zoeken behoren, zodra het duidelijk wordt dat de bal niet gemakkelijk te vinden is, de spelers in de groep achter hen een teken te geven dat zij doorgelaten worden. Als de groep eenmaal is doorgelaten mogen zij zelf pas doorspelen als die groep voorbij en buiten bereik is.

C. Zorg voor de baan

Herstellen schade

Voordat een speler een bunker verlaat, behoort hij alle door hem en door anderen gemaakte gaten en voetstappen in de buurt zorgvuldig op te vullen en vlak te maken. Als er een hark in de buurt van de bunker ligt behoort deze hiervoor gebruikt te worden.

Spelers behoren elk gat van een uitgeschoten plag en elke door een bal veroorzaakte beschadiging van de green (ongeacht of die door de speler zelf is veroorzaakt) zorgvuldig te herstellen.

Onnodige schade voorkomen

Spelers behoren schade aan de baan te voorkomen door geen plaggen uit te schieten met een proeftrap. Spelers behoren eveneens ervoor te zorgen dat de green niet wordt beschadigd als zij de vlaggenstok neerleggen. Om schade aan de hole te vermijden, behoren de spelers en hun caddies niet te dicht bij de hole te gaan staan en voorzichtig te werk te gaan als zij de vlaggenstok hanteren of de bal uit de hole halen. De vlaggenstok moet zorgvuldig in de hole worden teruggezet voordat de spelers de green verlaten.

Plaatselijke aanwijzingen voor het rijden met FootGolf-karren behoren strikt te worden opgevolgd.

Strafmaatregelen

Indien de spelers de richtlijnen in dit deel opvolgen maakt dat het FootGolf-spel voor iedereen veel plezieriger. De organisatie wordt aanbevolen gepaste disciplinaire maatregelen te treffen tegen een speler die deze richtlijnen stelselmatig naast zich neerlegt en daardoor anderen benadeelt. Dergelijke maatregelen kunnen bijvoorbeeld inhouden; ontzegging van toegang tot de baan voor een bepaalde periode of uitsluiting van een aantal wedstrijden. Dit wordt gerechtvaardigd geacht in het belang van de meerderheid van de spelers die wel volgens deze richtlijnen willen spelen.